Voorlopig resultaat 2020

De voorlopige uitkomst van de jaarrekening 2020 bedraagt €16,7 miljoen voordelig. Van dit resultaat moet nog het bedrag af van de over te hevelen budgetten, van afgerond €8,3 miljoen. Het bedrag aan budgetoverhevelingen is in 2020 ongeveer €6 miljoen hoger geweest dan voorgaande jaren vanwege Corona. Zo is onder andere de reservering, specifiek vanwege het afwegingskader corona (ad. €3 miljoen), onderdeel van de budgetoverhevelingen.

Uitkomst rekening 2020 (bedragen x €1.000) [ -/- = Nadeel]

Nr.

Omschrijving

Programma

Bedrag

1

Uitkomst programma's

16.732

2

Budgetoverhevelingen

-8.300

Saldo

8.432

Specificatie saldo op hoofdlijnen

a

Burgemeester en wethouders

Burger en bestuur

100

b

Duurzaamheid

Milieu en duurzaamheid

-134

c

Ruimtlijke ontwikkeling/leges

Ruimtelijke ontwikkeling

204

d

Minimabeleid

Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt

305

e

TOZO uitvoeringskosten

Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt

1.288

f

Beschermd wonen

Meedoen

1.276

g

Samenkracht

Meedoen

405

h

Hulpmiddelen

Meedoen

226

i

WMO dienstverlening

Meedoen

694

j

Vraagafhankelijk vervoer

Meedoen

335

k

Volksgezondheid

Meedoen

126

l

Schuldhulpverlening

Meedoen

-119

m

Onderwijshuisvesting

Jeugd en onderwijs

-105

n

Leerlingenvervoer

Jeugd en onderwijs

290

o

Peuterspelen

Jeugd en onderwijs

116

p

Jeugdzorg

Jeugd en onderwijs

300

q

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

918

r

Algemene dekkingsmiddelen

Algemene dekkingsmiddelen

1.951

s

Diversen

Diverse

256

a. Burgemeester en wethouders

Het voordeel wordt veroorzaakt door lagere loonkosten van oud-wethouders (€70.000) en vrijval van een wethouders voorziening (€10.000). Het overige voordeel betreft een daling van kosten door corona zoals dienstreizen, representatie en opleidingen/trainingen (€20.000).

b. Duurzaamheid

Op het taakveld duurzaamheid is sprake van een negatief resultaat van €134.000. Dit tekort wordt onder andere veroorzaakt door €30.000 tekort voor RES-participatie (raadsmotie). Gemeente brede participatietrajecten vragen een grote ambtelijke inzet. En €30.000 tekort voor de Windverkenning (collegeopdracht) die meer onderzoek en ambtelijke inzet (o.a. in de raadpleging) kostte dan voorzien. Het in stand houden van de it-infrastructuur en de verkenning van de doorstart van Transform in 2020 was een kostenpost (€24.000) waar geen rekening mee was gehouden. Ook met de noodzakelijke kostenpost voor de externe facilitatie en noodzakelijke onderzoeken van de samenwerking in het project Fossielvrij en Betaalbaar Wonen (€25.000) was onvoldoende rekening gehouden. Deze samenwerking heeft echter wel gezorgd voor de versnelling in Slim Warmtenet Zandweerd, de transitievisie Warmte en de WUP’s.

c. Ruimtelijke ontwikkeling / leges

Het voordeel op programma Ruimtelijke ontwikkeling wordt veroorzaakt doordat wij meer inkomsten bouwleges hebben ontvangen.

d. Minimabeleid

Dit voordeel betreft voornamelijk een onderbesteding op de bijzondere bijstand. Circa €95.000 hiervan betreft de lasten voor beschermingsbewind.  Daarnaast is vooral minder aanvullende bijstand voor jongeren tot 21 jaar verstrekt en bijzonder bijstand voor woninginrichting. In 2021 wordt het nieuwe beleid voor minima en schuldhulpverlening opgesteld, inclusief een evaluatie van voorgaande jaren. De analyse van de bestedingen bijzondere bijstand wordt daarin meegenomen.

e. TOZO uitvoeringskosten

Voor de uitvoering van de Tozo wordt per genomen besluit levensonderhoud €450,00 beschikbaar gesteld en per genomen besluit krediet €800,00. Op basis van het aantal besluiten levensonderhoud (2600) en het aantal besluiten bedrijfskredieten (366) verwachten wij €1.463.000 als vergoeding. In 2020 is voor
€175.000 extern personeel ingehuurd en veel interne capaciteit ingezet. De afrekening geschiedt op basis van de SISA (juli 2021).

f. Bescherm wonen / maatschappelijke opvang

Op de reguliere begroting lokale activiteiten BW-MO is er een voordeel van €150.000. Dit betreft een eenmalig voordeel. In september 2019 is een extra subsidie aan Vriendendiensten verstrekt die voor de periode september 2019 t/m december 2020 geldt. Vanaf 2021 maakt deze subsidie weer onderdeel uit van de reguliere jaarafspraken met Vriendendiensten.

In de begroting wordt een deel van de Maatschappelijke opvang en OGGZ gedekt ten laste van de algemene middelen. Dit deel wordt in het resultaat niet toegevoegd aan de regionale reserve, maar leidt in 2020 tot een voordeel van € 560.000,-. Bij de jaarrekening 2019 is het aandeel Maatschappelijke opvang en OGGZ dat wordt gedekt ten laste van de algemene middelen abusievelijk wel toegevoegd aan de regionale reserve. Dit wordt in 2020 gecorrigeerd en valt hiermee vrij naar de lokale (algemene) middelen. Deze correctie uit 2019 leidt eenmalig tot een voordeel van €510.000.

g. Samenkracht

Op Samenkracht is er sprake van een onderbesteding. Deze onderbesteding zit met name in de volgende onderdelen; onderbesteding innovatie WMO (€50.000), lager gebruik Meedoenbudget (€30.000), onderbesteding preventie Jeugd (€172.000) en een lager gebruik kinderopvang (€132.000).
Bij de eerste twee punten zien we een directe relatie met de Corona crisis. Innovatie die al in gang was gezet, is doorgelopen maar er zijn geen nieuwe aanvragen ontvangen. Lagere kosten bij de kinderopvang worden verklaard door minder gebruik van de regeling SMI (sociaal medische indicaties) als gevolg van Corona.
Onderbesteding bij diverse subsidies voor jongeren heeft te maken met Corona waardoor er minder jongerenactiviteiten zijn aangevraagd en gedaan. Daarnaast zijn er (gesubsidieerde) begeleidingstrajecten van jongeren door een zorgaanbieder verplaatst naar de kostensoort jeugdzorg.

h. Hulpmiddelen

In de decembercirculaire 2020 is het rijksbudget met €101.000 gekort, omdat uit nacalculatie van het Rijk bleek dat te weinig geld was overgeheveld naar de Wlz. Deze korting staat op programma Algemene Middelen, omdat mutaties uit de decembercirculaire niet meer in de begroting kunnen worden gewijzigd.
Na aftrek van de korting resteert een voordeel van €226.000. In de eerste helft 2020 zijn minder hulpmiddelen verstrekt dan gebruikelijk.

i. WMO dienstverlening

De uitgaven WMO dienstverlening (persoonlijke ondersteuning, dagbesteding en hulp bij het huishouden) zijn significant lager dan begroot. Over de gehele linie zien we dat de kosten (als gevolg van Corona) teruglopen terwijl we in de 3e kwartaalrapportage rekening hielden met een stabilisatie.  Overigens zijn dit nog voorlopige cijfers, omdat pas een definitieve inschatting kan worden gemaakt zodra de productieverantwoordingen van de zorgaanbieders zijn ontvangen. In de prognose is rekening gehouden met inschatting van de meerkosten.

j. Vraagafhankelijk vervoer

Als gevolg van Corona ligt het volume van het vraagafhankelijk vervoer fors lager dan andere jaren. Bij de prognose van PlusOV is rekening gehouden met compensatie van meerkosten en niet gereden ritten. Ondanks deze compensatie is het de verwachting dat de kosten €335.000 lager uitkomen dan begroot.

k. Volksgezondheid

Op Volksgezondheid zien we een onderbesteding die vooral komt doordat de GGD in dit hectische jaar haar capaciteit niet heeft kunnen inzetten op het uitvoeren van inspecties kinderopvang.

l. Schuldhulpverlening

Diverse opbrengsten met betrekking tot schuldhulpverlening zijn in de realisatie lager dan begroot. Dit leidt tot een nadeel van €97.000, waarvan de belangrijkste een lagere opbrengsten WSNP en budgetbeheer.  De daling in inkomsten is met name een gevolg van het teruglopen van het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening (een landelijke ontwikkeling sinds de start van de corona maatregelen). Tevens wordt er een dotatie gedaan in de voorziening dubieuze debiteuren ad €39.000.

m. Onderwijshuisvesting

Coronaproof maken van de gymzalen heeft extra kosten met zich meegebracht (€60.000). Voor de beheertaken van de gymlokalen en de taken voor de VVE/ beheerstichtingen is de managing partner van Vastgoed ingehuurd om deze beheertaken te professionaliseren (€55.000).

n. Leerlingenvervoer

Sinds 1 augustus 2019 voert de gemeente Deventer het leerlingenvervoer zelfstandig uit, na een aanbesteding samen met Apeldoorn en Zutphen. De kosten onder de nieuwe aanbesteding vallen lager uit dan voorzien. Bovendien is een deel van de ritten uitgevallen door Corona, waarbij 80% van de kosten zijn doorbetaald. Het voordeel valt hoger uit dan gemeld bij de derde kwartaalrapportage, doordat het Coronaeffect lastig in te schatten was.

o. Peuterspelen

Het gebruik van peuterspelen is lager dan voorzien zoals aangekondigd in de 3e kwartaalrapportage. De uitgaven aan peuterspelen zijn conjunctuur gevoelig.

p. Jeugdzorg

Voorlopig is het de verwachting dat de kosten Jeugdzorg circa €300.000 lager uitvallen dan begroot. Grotendeels is dit te verklaren door een lagere bijdrage aan Veilig Thuis. Bij de begroting 2020 was een tekort voorzien, waardoor de gemeentelijke bijdrage werd verhoogd. In het najaar 2020 is echter het rijksbudget voor de centrumgemeente (Zwolle) verhoogd, waardoor een extra bijdrage van de IJssellandse gemeenten niet meer nodig is. Dit leidt in 2020 tot een voordeel van €265.000. De kosten voor Jeugdzorg lijken in lijn te liggen met de begroting. Hierbij hebben we rekening gehouden met een inschatting voor de meerkosten. Dit is overigens een voorlopige inschatting. Pas bij de jaarrekening 2020 hebben we beschikking over de definitieve cijfers op basis van de productieverantwoordingen van de zorgaanbieders.

q. Bedrijfsvoering

Bij Facilitaire Zaken zien we een voordeel van €400.000. Het vele thuiswerken door corona heeft gezorgd voor een significant lager verbruik van o.a. warme dranken, catering, printkosten en frankeringskosten. Het overige voordeel wordt veroorzaakt door Biebquest en lagere personele lasten.

Door corona is er veel minder gebruik gemaakt van publicaties in het gebouw via beeldschermen (Narrow Casting). Ook zijn er minder kosten gemaakt voor publicaties in kranten. Dit geeft in 2020 een voordeel van €100.000.

Het netto resultaat van DOWR-I over 2020 bedraagt €386.000, hiervan dragen we €76.630 af aan Raalte en €36.719 aan Olst-Wijhe. Voor Deventer blijft €272.944. Het totaal netto resultaat (€386.000) bestaat uit een subsidie loonkosten (€90.000), doorbelasting personele inzet (€92.000), telefonie (€60.000), netwerk (€127.000), software applicaties (€177.000) en twee overschrijdingen op personele kosten (€56.000) en software infra (€21.000).

Overige voordelen zien we op het bestuurssecretariaat (€50.000), team Finance & Control (€45.000) en op de DOWR-samenwerking Inkoop (€35.000).

r. algemene dekkingsmiddelen

Dit betreft de uitkomst van de 3e kwartaalrapportage (€1,5 miljoen voordelig), de niet gebruikte post Onvoorzien (€231.000) en overige kleine verschillen.